Na de vreselijke nederlaag in en tegen Blerick in de vorige ronde, die mij dermate aangreep dat ik het niet kon opbrengen om er een verslag over te schrijven, mochten wij thuis in Sas van Gent proberen Eindhoven te verslaan om daarmee onze laatste kans op behoud in de tweede klasse te grijpen. En dat deden we. Met verve, vond ik.

Voor het eerst dit seizoen konden we gebruik maken van de diensten van Simon Provoost, die toevallig in Nederland was en beschikbaar voor het tweede. Dat was een zeer aangename verrassing, mede omdat Marc Lacrosse en André Galle er deze keer niet bij konden zijn. Dat Simon het niet redde tegen Bas van de Plassche was jammer, maar begrijpelijk. Velen zijn hem voorgegaan. Simon had met zwart uiteindelijk geen verweer tegen de witte aanvalsdrift en werd uiteindelijk genadeloos gehalijnd.

Ruim voordat de partij aan het eerste bord was afgelopen, waren we al op achterstand gekomen. Wonder had wit tegen een Eindhovens talent en werd geconfronteerd met een listige zijvariant van het Weens. Wonder reageerde in eerste instantie goed, maar had het snoepen van pionnen achterwege moeten laten. Zijn ongerokeerde koning bevond zich plotsklaps in vijandelijk spervuur en wist niet te ontkomen.

Toch zag het er goed uit voor ons. Nils was Ludo Tolhuizen vanuit de opening aan het overspelen en leek snel te gaan winnen en aan mijn bord gebeurde min of meer hetzelfde, zij het met verwisselde kleuren. Deze twee partijen leverden inderdaad twee punten op voor onze ploeg, maar de manier waarop was nogal afwijkend. Nils bleef strak en dwingend spelen, terwijl ik alles toch weer liet ontaarden in chaos. Pas toen mijn tegenstander meende de aanval op briljante wijzen te kunnen overnemen, kreeg ik zijn gecentraliseerde koning in het vizier en was het pleit snel beslist.

Het was veel aanvallen en verdedigen deze middag. Zo ook bij William, die de ervaren René Moonen tegenover zich vond. William offerde na de opening een pionnetje voor spel en dat kreeg hij ook. Later investeerde hij nog een kwaliteit en dat bleek voldoende voor de winst.

Aan het tweede bord trof Elias good-old Jan Vosselman, die zich degelijk opstelde in het Italiaans. De partij kabbelde voort en het was de oude rot die het jonkie aan het wankelen bracht. Maar toen de nood hoog dreigde te worden, wikkelde Elias keurig af naar een gelijkstaand eindspel.

En Harry moest zwaar in de remmen tegen Alessandro di Bucchianico maar slaagde er uiteindelijk vrij moeiteloos in om een eindspel met een pion minder remise te houden.

We leven dus nog, en alles komt aan op de laatste ronde, waarin we naar Arnhem moeten.