Ook het vierde team leed onder het grote aantal afzeggingen en had een N.O. maar het had deze ronde nog erger kunnen zijn. Niettemin is een gemiddelde rating van 1771 een voorbode voor weinig goeds.
Het begon erg goed want na een degelijke remise van Emile voltrok een wonder zich op het bord van William. Tegenstander Wim Hokken had met ruim 500 elo meer een mooie stelling opgebouwd die hij ook al eenvoudig tot winst had kunnen brengen. In plaats daarvan gaf hij een toren weg en na een tweede blunder die hij onmiddellijk daarop liet volgen was het gewoon ondekbaar mat. Gelijke stand dus en op de andere borden stond het niet zo slecht. Gilbert stond weliswaar duidelijk minder maar Kees ging een remise maken, Bij Herman stond het gelijk en Gert en ikzelf hadden stellingen waar perspectief in zat.
Nadat Gilbert verloren had, zag het er nog steeds goed uit. Kees had nog steeds de remise, Gert stond nog steeds beter, Herman had de overhand gekregen en leek te gaan winnen, ikzelf had een kansrijke voortzetting gemist en stond weer gelijk.
De remise van Kees kwam er inderdaad, Gert’s betere stelling was echter verdwenen en werd even later remise gegeven, mijn eigen partij was door wederzijdse slechte zetten ook remise geworden en alleen Herman was nog over met zijn mooie stelling tegen Bert van de Donk. Winst zou het eerste matchpunt voor het vierde betekenen. Dat werd het niet, integendeel want onder druk van de tijd wikkelde Herman af naar een verloren stelling.
Degradatie vermijden was voor deze wedstrijd nog een theoretische mogelijkheid, na deze wedstrijd is het doek definitief gevallen.

Sliedrecht   HWP Sas van Gent 4   5-3
1 Peter van den Bergh 2075 Frans Snijders 1921 ½-½
2 Bert van de Donk 2129 Herman van de Wynkele 1946 1-0
3 Wim Pool 2020 Gert van Rij 1923 ½-½
4 Tobias Dekker 2011 Kees de Wolf 1905 ½-½
5 Teunis den Rooijen 1911 Emile Cardon 1803 ½-½
6 Wim Hokken 1999 William Baeten 1472 0-1
7 Joris Klein 1890 Gilbert Ongena 1427 1-0
8 Andrew Mensing 1886 N.O. 1-0