Op 15 december 2012 ontving HWP 4 ZSC 1 in ‘t Meulengat in de vijfde ronde van de ZSB Hoofdklasse. Even leek het er op, dat HWP 4 zich in deze tegenstander ging verslikken. Het duurde vrij lang voor de eerste uitslagen konden worden genoteerd. Het begon met de remise van Rudi Pauwels. Na een rommelige partij liep het vast en remise was een terechte uitslag. Bij Henk de Rider was de partij helemaal anders. Henk kwam met licht voordeel uit de opening, maar had te maken met de 16 jarige Kedem Gutkind die aan een indrukwekkende opmars bezig is en zich ook nu weer staande wist te houden. Helaas ging het mis bij onze eerste bord speler. Marnix moest na zo’n 10 zetten al materiaal inleveren en kon dit euvel niet meer recht zetten. Een tegenvaller was ook het halve punt van Jelle Vanhijfte. Jelle beukte voortdurend op de stelling van Bajramovic en trok veel publiek, o.a. Kees Nieuwelink die non-playing captain was bij het 2e.In de slotstelling zat er echt niet meer in dan remise. Tussenstand dus 2,5-1,5 voor ZSC. Het leek fout te gaan, afgaande op het paardeindspel bij Nick Wegman. De anderen kregen nu opdracht voor de winst te gaan. Hier was ook Adrie den Hamer bij. Hij kreeg extra aandacht van de teamleider, vooral toen hij op weg was naar de bar voor zijn 5e trappist. Maar Adrie begreep de noodzaak en maakte rechtsomkeer zonder de verradelijke drank. Martin Krijger maakte van de eeuwig schaak gelegenheid geen gebruik, waarna de partij langzaam maar zeker kantelde.
Intussen begon Herman van de Wynkele de tijdnood van zijn tegenstander uit te buiten door onophoudelijk listige zetten te produceren waar zijn tegenstander geen raad mee wist. Vrijwel gelijktijdig besliste Sander Lefere zijn aanvalspartij. Tegenstander Dig de Graaf vertelde na afloop dat hij een remisevoortzetting had gemist,maar de partij van Sander mocht er wezen. Adrie had intussen beslissend voordeel bereikt in een paard tegen loper eindspel. Eindelijk de benodigde 4,5 punt. Jan de Graaf speelde het paardeindspel voortreffelijk en Nick Wegman was even teleurgesteld als Marnix van de Zalm.
Na 3 opeenvolgende zeges is HWP 4 de verrassende koploper.
|
HWP 4 |
|
ZSC 1 |
|
4,5-3,5 |
1 |
M. van der Zalm |
2069 |
H.Aangeenbrug |
1939 |
0-1 |
2 |
S. Lefere |
0000 |
D. de Graaf |
1812 |
1-0 |
3 |
H. van de Wynkele |
1943 |
B. van de Graaf |
1837 |
1-0 |
4 |
H. de Ridder |
1830 |
K. Gutkind |
1756 |
½-½ |
5 |
A. den Hamer |
1814 |
M. Krijger |
1800 |
1-0 |
6 |
N. Wegman |
1672 |
J. de Graaf |
1650 |
0-1 |
7 |
R. Pauwels |
1679 |
A. Bandsma |
1652 |
½-½ |
8 |
J. Vanhijfte |
1639 |
I. Bajramovic |
1472 |
½-½ |
Bijna kon HWP 3 het exploot van vorig seizoen herhalen. Toen wonnen we van koploper Stukkenjagers 2 die nog niets had laten liggen en nu gebeurde bijna hetzelfde met Oegstgeest. We bleven echter op een zeer verdienstelijk gelijkspel steken maar kunnen ons toch stilaan de reputatie van “giant killer” aanmeten.
De vroege en goede remise van Eric tegen een IM, met een pion voor nog wel, liet vermoeden dat de taktische opstelling zou lonen. Eén der IM’s geneutraliseerd, en het zag er op de andere borden goed uit. Het optimisme werd wat getemperd door het verlies van Frans, het zit hem niet mee dit seizoen. Aan bord 6 speelden (van)Leeuwen tegen Leeuwen(burgh). Laatstgenoemde gaf de eerste klauw door de kwaliteit te winnen maar eerstgenoemde klauwde direct terug door een aanval in te zetten waar de opponent niet van terug had. Vlotte overwinning dus, zij het dat de verdediging van de tegenstander eerder slap was. De bordjes waren terug in evenwicht, maar niet voor lang. Andre had zich opgeofferd om tegen de andere IM te spelen en stond goed maar had daarvoor veel tijd moeten verbruiken. Wat hem fataal werd, hij ging door de vlag. Achteraf bleek dat hij zelfs toen nog altijd beter stond. Rudy stond een stuk achter maar had er toch enig initiatief voor wat voldoende bleek voor eeuwig schaak. Ondertussen was Marc zijn tegenstander aan het afmaken nadat deze ook niet al te sterk weerstand geboden had. Wat de stand nogmaals in evenwicht bracht. Voor Nele was het verdedigen geblazen na een koningsaanval die niet doorsloeg en een damevleugel die er niet te best uitzag. Het verdedigen deed ze goed en het werd netjes remise. Bert stond beter maar het werd een eindspel D+T tegen D+L met de koning in het open veld, eeuwig schaak was niet te vermijden.
We scoren 5 matchpunten op 10, staan vierde in het klassement en hebben eigenaardig genoeg slechts twee matchpunten meer dan de laatsten. Een reeks met veel gelijkwaardige ploegen dus, het blijft spannend.
|
HWP 3 |
|
Oegstgeest 80 |
|
4 – 4 |
1 |
Galle A |
1916 |
Slingerland F |
2310 |
0-1 |
2 |
Van de Wynkele E |
1988 |
Nikolic N |
2344 |
½-½ |
3 |
Lacrosse M |
2185 |
van t Hof E |
2103 |
1-0 |
4 |
Feys B |
2032 |
Piket J |
2049 |
½-½ |
5 |
Snijders F |
1898 |
Bey J |
2005 |
0-1 |
6 |
Van Leeuwen E |
2057 |
Leeuwenburgh E |
2002 |
1-0 |
7 |
Vanhuyse N |
1949 |
van Druninck J-W |
1943 |
½-½ |
8 |
Van de Wynkele R |
2006 |
Noordijk E |
1752 |
½-½ |
vrijdag 30 november jl versloeg hwp a vlissingen a in sas van gent.
|
hwp a |
|
vlissingen a |
|
31/2-1/2 |
1 |
j. vanhijfte |
1639 |
nog |
|
1-0 |
2 |
a. den hamer |
1814 |
m. wise |
1748 |
½-½ |
3 |
k. nieuwelink |
2167 |
h.snoek |
1677 |
1-0 |
4 |
c. provoost |
1632 |
g. de pree |
1547 |
1-0 |
Zoals ik in een vorig verslag reeds heb aangegeven, lijkt er een verband te bestaan tussen de resultaten van HWP 2 en mijn eigen prestaties binnen de ploeg. Deze keer verzuimde ik te verliezen, en zie: het team deed dat wel. Het zou ook met uit en thuis te maken kunnen hebben: thuis hebben we twee keer met 5-3 gewonnen en uit twee keer met 2,5-5,5 verloren. Het is merkwaardig.
In Arnhem werd het eindresultaat bepaald door blunders bij de onzen. Marnix maakte het wel heel erg bont tegen Peter Boel. In een volkomen gewonnen eindspel met een kwaliteit plus twee pionnen meer liet hij een paardvork toe die een volle toren kostte. Dat scheelde dus een vol punt. Debutant Emile Boucquet had met een simpele koningszet groot voordeel kunnen krijgen, maar in plaats daarvan offerde hij een pion in een mislukte poging om de vijandelijke dame te vangen. En aan het eerste bord leek Adrian onbedreigd op een overwinning af te stevenen, tot hij een onkarakteristieke blunder maakte, waardoor alles plots instortte.
In de tussentijd had David Roos aangetoond dat het Wolga-gambiet niets voor hem is, had Harry Provoost verzuimd een pionnetje mee te nemen dat hij in het eindspel tekort kwam, en had Renzo Ducarmon een veelbelovende stelling in een bedenkelijke zien veranderen, die hij met hard werken nog remise hield. Er waren slechts twee successen aan onze kant: Wouter Ghyselen verschalkte Richard van der Wel met zwart in een hyperscherpe partij en ikzelf sloopte al snel het ogenschijnlijk machtige centrum dat mijn tegenstander had opgebouwd. Rond de 20e zet was zijn stelling al hopeloos, maar hij verkoos kansloos door te spelen in een eindspel met steeds meer pionnen minder, zodat ik nota bene als laatste klaar was.
|
ASV 2 |
|
HWP 2 |
|
5,5-2,5 |
1 |
Koert van Bemmel |
2062 |
Adrian Roos |
2186 |
1-0 |
2 |
Richard v/d Wel |
2135 |
Wouter Ghyselen |
2062 |
0-1 |
3 |
Martijn Boele |
2090 |
Emile Boucquet |
1841 |
1-0 |
4 |
John Sloots |
2089 |
Kees Nieuwelink |
2167 |
0-1 |
5 |
Frank Schleipfenbauer |
2066 |
Renzo Ducarmon |
2063 |
½-½ |
6 |
Sjoerd van Roosmalen |
2047 |
David Roos |
2034 |
1-0 |
7 |
Sander Berkhout |
2068 |
Harry Provoost |
2020 |
1-0 |
8 |
Peter Boel |
2010 |
Marnix v/d Zalm |
2069 |
1-0 |