Dat klinkt wat erger dan het is. Dat Souburg na 4 ronden puntloos onderaan zou staan in 3F had helemaal niemand verwacht. Ook had niemand verwacht dat we daar wel even een vijfde nederlaag aan toe zouden gaan voegen. Daar heeft het eigenlijk ook geen moment naar uit gezien, hoewel ergens nog wel een 4-4 in beeld was.
Rudy was als eerste klaar na met de dame een giftig pionnetje op h6 genomen te hebben. Na Lf4 kon de zo slecht behandelde dame geen kant meer op. Ondertussen zat aan bord 8 onze jonge Servaas tegen Henrik Westerweele te schaken, die een kleine 300 elopunten meer had. Daar liet Servaas zich niet door imponeren en in een Dg4 variant van het Frans greep hij de pionnetjes op g7 en h7, en sloot daarna ook nog een toren op. Hij gaf het materiaal ook niet meer terug, en dat was 1-1.
Op dat moment had ik zelf een aardige stelling, met name door het wat passieve spel van Max Toetenel, en Marnix stond overwegend. Jim had een lichte min maar hij is taai. Johan had het ronduit lastig en Eric stond eigenlijk bijna gelijk maar Tiggelman had wel steeds initiatief. Samuel stond naar mijn inschatting -maar wat is die waard?- iets beter. Het kon toch nog wel alle kanten op.
Maar toen verloren Jim en Johan en gaf ik mijn voordeel weg en zag niets beter dan remise aannemen. Vervolgens bleek tot mijn verbazing dat Eric had opgegeven in een houdbare stelling en daarmee hadden de Souburgers de overwinning binnen. Dat Marnix daarna nog won was natuurlijk mooi maar deed er niet meer toe. Samuel die het toch nog moeilijk had gekregen haalde ons laatste halfje.
Niet dus, maar toekomstige tegenstanders die zich nergens in willen verdiepen en al hun meningen op one-liners baseren (zo ademt de tijdgeest), moeten worden ontmoedigd. Het komt overigens wel vaker voor dat een redacteur bij een artikel een kop maakt die de lading niet helemaal dekt. Maar zelden is er sprake van geweest van een grotere desinformatie dan de kop boven dit stuk. Ja, we hadden een heel sterk derde team op de been weten te brengen en waren voor één keer dan ook favoriet in de Goese koelkast. Maar nee, een makkelijke wedstrijd werd het beslist niet.
De ontmoetingen in dat schoolgebouw hebben voor mij altijd iets drieslachtigs gehad. Ten eerste is de sfeer er altijd vriendelijk en gemoedelijk, ten tweede is het er altijd steenkoud en ten derde zijn we er in mijn beleving ook altijd met lege handen vertrokken (mogelijks ontregeld door de eerste twee factoren). Wellicht komt het doordat teamleider Hans Welten ons expliciet aangeraden had om ons warm te kleden, want uiteindelijk keerden we deze keer met 2 matchpunten en een karrevracht aan bordpunten huiswaarts. Maar o, o, wat had het anders kunnen lopen.
Laat ik beginnen met de onberispelijken van deze middag. Eric was als eerste klaar. Hij maakte bijzonder veel indruk door in een Stonewall met de zwarte stukken zijn tegenstander op de damevleugel (!, het was een echte Grochal-stelling) zo goed op te vangen, dat hij in een betere stelling remise aangeboden kreeg. Na een kort rondje langs de borden heb ik hem desgevraagd zelf de keuze gelaten, waarna hij begrijpelijkerwijs met de puntendeling genoegen nam.
Al evenveel indruk maakten de van Coppenolles deze namiddag. Zij hebben een lastige tijd achter de rug en ik had de indruk dat dat ook in hun spel terug te zien was in het begin van het seizoen. Maar hun tweevoudige optredens tegen Goes (ZSB en KNSB) doen vermoeden dat ze het ergste achter de rug hebben en dat ze hun ware schaakkracht aan het hervinden zijn. Ze deden me deze namiddag denken aan een krokodil en een boa constrictor. Zoon Lander zette zijn partij rustig op, maar toen zijn tegenstander lang rokeerde lanceerde hij een gewelddadige koningsaanval die de zwarten zwaar verminkt achterliet. Vader Kurt deed het met kleinere middelen, al had hij in de opening geruime tijd een pion in de aanbieding. Een klassieke aanvalsstelling met een witte pion op e5 (die zwart er dus maar niet af had durven te slaan) en een betere witte loper, leidde tot een paard op d6 en een gat op f6, waarna onderste-rij ellende het lot van het grote jeugdtalent van Goes Jari Groen bezegelde.
Schier vlekkeloos was ook het optreden van Jim. Hij kreeg zijn geliefde Aangenomen Damegambiet op het bord. Ik heb soms de indruk dat niemand (op de hele wereld) die stellingen beter begrijpt dan Jim. Hij geeft die pion wel weer een keer terug, maar tegen die tijd heeft hij een klein voordeeltje te pakken en daarna wil je eigenlijk zijn tegenstander niet meer zijn. De laatste der onberispelijken die ik hier wil noemen, is good-old Rinus Burgerhoff, mijn tegenstander. Ik probeerde in een Leningrader steeds complicaties te zoeken en zoveel mogelijk spel te houden, maar Rinus speelde gewoon een aantal paarden heen en weer tussen f3, d2 en e4 en ving ook een laatste venijnigheid rustig op, waarna een potremise toreneindspel resteerde en de vrede werd getekend. Ik moest daar overigens wel even over nadenken, want op dat moment waren de kansen op verschillende borden in ons nadeel gekeerd, zo leek het. Maar doorspelen terwijl ik een pion zou inboeten, leek me toch iets te gortig. Leerzaam was vervolgens wel dat volgens de computer mijn actieve koning die pion ruimschoots zou hebben gecompenseerd, zonder dat dat overigens tot echte winstkansen had geleid.
Zo kwamen we dus op 4-1 en resteerden nog de partijen van Samuel, Rudy en Wonder. Wildemannen, avonturiers, zelfkastijders, echte krijgers toonden zij zich. Onze kopman Samuel voerde in een voor mij ongrijpbare Siciliaan met tegenovergestelde rokades de witte stukken. Hij leek mij niet geweldig uit de opening te komen, kreeg toch als eerste aanvalskansen, had toen ineens een toren minder – en een lawine aan pionnen over zich heen gekregen, waarna hij eeuwig schaak gaf. Duizelingwekkend allemaal en petje af voor de grote, niet aflatende concentratie waarmee onze man weer achter het bord zat.
Wonder mocht voor de tweede keer dit najaar aantreden tegen Goes en nadat hij met HWP 2 Jari Groen kundig had opgeknapt (althans volgens Kees), leek nu Hans Welten er vlot aan te moeten geloven. Hans speelde de Cambridge-Springs precies zo tegen als het niet moet en Wonder incasseerde gretig het pionnetje op a2. Daarna sloop er echter wat onzekerheid in Wonder en de zwartveldige loper van zijn tegenstander slaagde erin om zijn ontwikkeling te verstoren. Tijdnood was het gevolg en Wonder boette verschillende pionnen in. In de tussentijd was mijn partij geëindigd en ging ik even analyseren met Rinus. Bij terugkomst had onze jongeman weliswaar nog steeds een paar pionnen minder, maar wel een extra paard. En dat gebruikte hij kundig om arme Hans binnen de kortste keren mat te zetten. Het kan verkeren, zullen we maar zeggen, en schaken is een wrede sport. Wat overigens ook Joey van de Braak zal beamen, want die dolf in een tamelijk krankzinnige partij het onderspit tegen Rudy op een manier die eenieder die erbij was nog lang zal heugen. Zoals wel vaker, zette Rudy zijn stukken in de opening anders neer dan anderen zouden doen. Dit keer deed hij dat echter zo anders en zo ondoelmatig, dat zijn tegenstander na afloop zei dat hij zich afvroeg of Rudy überhaupt wel wílde schaken. Zwart kwam dus al gauw veel beter te staan en de oudere van de Wynkele kon slechts lijdzaam zijn gruwelijk passieve stelling aanzien. Voor neutrale en Goese toeschouwers was het vermakelijk om te zien hoe een zwart paard op b3 een witte toren op a2 voor eeuwig in zijn greep leek te hebben. Het het wachten was op de grote doorbraak elders, maar zie, na mijn analyse met Rinus bleek dat Rudy een pionnetje had buitgemaakt en daarmee twee verbonden vrijpionnen had gekregen. Nog leek de stelling verloren, maar Rudy speelde onbekommerd verder, ging met zijn koning moedig voorwaarts en nog enkele fouten later moest zijn tegenstander hem mismoedig de hand schudden. Waarna Eric er weer als de kippen bij was om zijn broer te laten zien hoe verloren hij had gestaan, hetgeen met een vermoeide glimlach schaapachtig werd beaamd. En op het bord stonden nog steeds dat paard op b3 en die toren op a2 …
Zo eindigde een enerverende middag met een bemoedigend resultaat, waardoor we nog altijd een kans hebben om ons te handhaven, ondanks de versterkte degradatie-regeling, waardoor zelfs de slechtste nummers 7 in de derde klasse dit seizoen zullen degraderen.
Al voor aanvang van de wedstrijd was het duidelijk dat het een zware middag voor ons zou worden. Hoewel Ivoren Toren niet op zijn sterkst opkwam, bedroeg het ratingverschil ruim 200 elopunten. Maar ja, elke wedstrijd moet worden gespeeld en wonderen zijn de wereld niet uit. Alleen deze middag was er geen sprake van een wonder.
De eerste keer dat ik tijd nam om langs de borden te gaan waren mijn indrukken:
Samuel had tegen hun sterkste tegenstander duidelijk het initiatief wellicht zat hier een verrassing in;
Kurt, Lander en ik hadden gemeen dat wij moesten verdedigen maar dat wij beslist nog niet verloren stonden;
Bij Jim en Gert leek nog weinig aan de hand;
Servaas had een aardige aanvalsstelling bereikt (wel ten koste van een pion); kon alle kanten op;
Gilbert had een creatieve rokade van zijn dame bedacht om de stelling bij elkaar te houden maar het leek mij toch dat zijn tegenstander de enige was met winstkansen.
En toen stond het 0,5 – 3,5. Gilbert moest toch vrij vroeg de vlag strijken; Lander leek af te wikkelen naar een remise-eindspel maar toen ik tien minuten later weer keek was het een hopeloos verloren eindspel. Hoe het bij Kurt fout ging heb ik niet verder kunnen constateren. Ondertussen was de partij van Samuel in remise geëindigd. Conclusie op de vroege middag: dit ging niet goed komen. Toen vervolgens de aanval van Servaas niet doorsloeg was het pleit al beslecht. De partij van Jim eindigde ook in remise – had niet het idee dat hier veel meer in zat.
Voor wat betreft mijn eigen partij kon ik door een pionoffer behoorlijk wat tegenspel krijgen. In de tijdsnoodfase pakte mijn jeugdige tegenstander het toch tactisch wat handiger aan waardoor ik na de 40ste zet tegen een hopeloze stelling aankeek. Nog even gerekt om de nederlaag te verwerken.
Gert was ondertussen beland in een toreneindspel dat hij moest keepen. Waarschijnlijk was het objectief remise maar zijn jonge tegenstander bleef maar duwen en trekken. Uiteindelijk met succes. De eindstand van 1-7 was eerlijk gezegd een redelijke weergave van de krachtsverschillen.
De volgende dag gekeken naar Netstand. Conclusie ons tweede doet mee voor de kampioenschap en de overige Zeeuwse clubs moeten net zoals wij vechten tegen degradatie. Het slechte nieuws is dat er ongetwijfeld 2 of 3 Zeeuwse clubs gaan degraderen. Het goede nieuws is dat wij nog steeds kansen hebben op lijfsbehoud.
Op naar de volgende ronde tegen Goes, wat een spannende wedstrijd belooft te worden.
Heel hoge verwachtingen hadden we op voorhand niet maar misschien zou een tactische opstelling onze tegenstander in ieder geval verrassen en alle voorbereidingen van Charloise kant teniet doen.
Dit ingenieuze plan kwam van onze voorzitter zelf die hier lang en vooral diep over na had gedacht. Het was natuurlijk maar een suggestie aan de teamleider (aan wie doet me dit nu denken…., ja precies).
Een gedeelte van het plan werkte zeker: aan de borden 7 en 8 wonnen Samuel en Jim. Samuel stond al vlak na de opening fantastisch. Hoe hij dat gedaan heeft heb ik niet gezien maar het moet indrukwekkend zijn geweest. Het duurde daarna nog wel even voor de vis op het droge was maar toen was het ook 1-0 voor ons. Bij Jim duurde het aanmerkelijker langer maar met hoog amusementsgehalte. Jim leek iets over het hoofd gezien te hebben toen zijn tegenstander plotseling combineerde naar kwaliteitswinst. Jim had wat verder gekeken en vooral naar een opgesloten loper. Uiteindelijk was het dus (kleine) kwaliteitswinst voor onze man. Enkele onnauwkeurigheden later was het tweede punt voor ons binnen.
In de tussentijd ging het op de andere borden wat minder. Johan keek aan tegen een volledig uiteengeslagen pionnenformatie in de Moskou variant van het Open Spaans, Kurt had ergens een pion verloren, Lander stond lastig met een slechte loper, bij Gert, Marnix en mijzelf was nog niet veel gebeurd. Toen ging het opeens snel: Lander en Kurt gingen onderuit, Johan wikkelde zeer bekwaam af naar remise, Gert gaf een stuk weg en de partij, ikzelf gaf in tijdnood (van mijn tegenstander) mijn stelling weg en ging uiteindelijk zelf door mijn vlag, en toen was Marnix bij een 4,5 – 2,5 stand nog bezig, dacht zelfs dat hij ergens verloren had gestaan wat niet het geval was, en was remise een terechte uitslag.
We use cookies to optimize our website and our service.
Functional
Altijd actief
The technical storage or access is strictly necessary for the legitimate purpose of enabling the use of a specific service explicitly requested by the subscriber or user, or for the sole purpose of carrying out the transmission of a communication over an electronic communications network.
Preferences
The technical storage or access is necessary for the legitimate purpose of storing preferences that are not requested by the subscriber or user.
Statistics
The technical storage or access that is used exclusively for statistical purposes.The technical storage or access that is used exclusively for anonymous statistical purposes. Without a subpoena, voluntary compliance on the part of your Internet Service Provider, or additional records from a third party, information stored or retrieved for this purpose alone cannot usually be used to identify you.
Marketing
The technical storage or access is required to create user profiles to send advertising, or to track the user on a website or across several websites for similar marketing purposes.