Het was geen rustige zaterdag. Net toen ik in de auto wilde stappen voor de rit naar het zuidoosten kwam er een telefoontje. Rein Verstraeten had zich ziek moeten melden en het eerste team had dus een invaller nodig. Als ik mezelf of iemand anders van ons team (Harry Provoost woont ook in de buurt) had afgestaan, was het tweede met 7 man komen opdagen. Ik voelde me daar niet goed bij en er zijn ook geen vaste afspreken gemaakt over dit soort situaties. Dus ik heb voor mijn team gekozen. Pijnlijk was dat de 9 mannen van het eerste met slechts 4.5-5.5 verloren tegen het huizenhoog favoriete LSG. Aan de andere kant brachten Harry en ik twee volle punten binnen voor het tweede, dat daardoor de match won. Met dat resultaat is iedereen blij, maar uiteraard voelde ik mij ergens wel een beetje schuldig. Ik schik mij daarom in mijn rol als zondebok.
Dat wij de wedstrijd wonnen, was misschien enigszins verrassend gezien het ratingverschil en ook omdat André en Gunter als gevolg van een monsterfile op de Antwerpse ring drie kwartier te laat kwamen.
Er waren wat mij betreft drie helden bij ons: Harry, André en Nils. Nils maakte zijn debuut voor HWP II en raakte al vrij snel in een schier hopeloze stelling beland tegen Guus Bollen. Maar hij rechtte de rug en bleef steeds tegenkansjes in de stelling vlechten, waarmee hij een essentieel half punt voor de poorten van de hel wegsleepte. André speelde tegen Zeeuws-Vlaming Bas van Doren en deed dat met verve. Hij trok met wit vol ten aanval in een scherpe Grünfeld en kwam niet eens in tijdnood. Vele witte stukken dwarrelden neer op de zwarte koningsstelling om een beslissing te forceren. En Harry, tenslotte, deed wat de teamleider had gehoopt toen hij besloot hem op het eerste bord te zetten. Zijn tegenstander was good-old Gerard Welling en van hem weet je dat hij ten aanval zal trekken. En Harry kan goed verdedigen. Dat bleek. Eén ondoordachte zet van Gerard was genoeg. Een prachtig resultaat van onze man uit het Leidse.
De overige 5 HWP-ers scoorden de benodigde 2 punten. De voorzitter verloor of offerde een kwaliteit en kreeg daarvoor vorstelijke compensatie, maar niet genoeg voor het volle pond. Naast hem zat Gunter, die tot mijn onuitsprekelijke vreugde had toegestemd in een invalbeurt. Gunter kreeg een iets beter eindspel op het bord tegen Robert Klomp en, voorbarig als ik ben, had ik het punt al geteld. Zo eenvoudig was het allemaal niet en na een onnauwkeurigheid van Gunter werd het remise. Zelf speelde ik zeer ondernemend met zwart en kreeg na een pionoffer in het middenspel een toren en twee lopers tegen dame en pion. Best lastig zo’n dame die overal schaakjes kan geven. Opponent Rudy Simons, die beweerde ooit in 1987 van mij te hebben gewonnen, toonde zich op zijn taaist, maar uiteindelijk wisten mijn lopers en toren zijn koning toch in een matnet te vangen.
En Arne Nemegeer vocht tot het gaatje. Met zwart kreeg hij een vrijwel winnende aanval tegen Thomas Kools, maar in plaats van de beslissende klap uit te delen, gaf hij ineens een stuk weg. Het gebeurt. Vervolgens slaagde Arne erin om met een stuk minder een vesting in te nemen. Helaas meende hij aan het eind van het vijfde uur kansen op meer te zien, en die waren er niet.
WLC I | HWP II | 3,5-4,5 | |||
1 | Gerard Welling | 2268 | Harry Provoost | 2029 | 0-1 |
2 | Thomas Kools | 2118 | Arne Nemegeer | 1975 | 1-0 |
3 | Guus Bollen | 2197 | Nils Vantorre | 1784 | ½-½ |
4 | Sebastiaan Smits | 2121 | Enrico Follesa | 2011 | 1-0 |
5 | Bas van Doren | 2071 | André Galle | 1932 | 0-1 |
6 | Rudy Simons | 2021 | Kees Nieuwelink | 2220 | 0-1 |
7 | Robert Klomp | 2064 | Gunter Deleyn | 2184 | ½-½ |
8 | Maarten Smit | 1992 | Marnix vd Zalm | 2042 | ½-½ |