Het viel aanvankelijk niet mee om een volwaardig team op de been te brengen voor de uitwedstrijd tegen De Combinatie, maar door vader en zoon Van Coppenolle uit het derde te roven en doordat Gilbert op het laatste moment wilde invallen, kwamen we toch met acht gemotiveerde strijders aan de start in het verre Asten, diep in De Peel.

De wedstrijd leek niet zo denderend te beginnen, aangezien William, met wit, zich na een wat slappe opening vergiste aan het eerste bord en remise moest toestaan. Daarna gebeurde er lange tijd niets, totdat de Van Coppenolles zich begonnen te roeren. Beiden speelden met zwart en deden dat op zeer verschillende wijze. Bij Kurt zagen we positioneel geschuif met vele kleine maar fijne zetjes, hetgeen uiteindelijk plots uitmondde in een gewonnen stand, die Kurt zich niet liet ontglippen. Een fraaie overwinning op een sterke tegenstander, die echter ruimschoots werd overtroffen door de zege van zoon Lander. Zijn tegenstander ging vanuit een soort Colle meteen in de aanval tegen de Grünfeld-opstelling van Lander. Wit slaagde erin om de h-lijn te openen, maar daar bleef het bij. Lander counterde uitmuntend in het centrum en kreeg daar de ongerokeerde witte koning in het vizier, die genadeloos te grazen werd genomen. We stonden voor.

Gilbert speelde zijn gambiet tegen het Hollands, bereikte niets, maar zijn opponent evenmin. Remise was een prima resultaat. In de tussentijd was de voorsprong uitgebreid door mijzelve. Tegen de ongebruikelijke variant van het Spaans van vader Swinkels stelde ik mij flexibel op, zodat ik de koningsaanval van mijn tegenstander kon opvangen door lang te rokeren. Nadat ik een kwaliteit had geofferd voor twee pionnen kon ik een octopus in de vijandelijke stelling planten. Octopussen zijn naar, vond ook mijn tegenstrever, en hij hakte hem er meteen af, waarna we een eindspel met zware stukken overhielden met een extra pion voor mij. Dat was voldoende. De voorsprong werd opgevoerd naar 5-1 door Arne, die een soort uitgestelde doorschuifvariant speelde tegen het Frans. Hij kreeg hiermee zeer actief spel, dat zwart uiteindelijk te veel werd.

Nog twee partijen waren er dus aan de gang. In een licht voordelig toreneindspel besloot Marc Lacrosse na veel wikken en wegen uiteindelijk in te gaan op het remiseaanbod van Raimund van Alphen. De wedstrijd was gespeeld, maar het duurde nog anderhalf uur voordat de eindstand op het bord stond. Dat heb je met Harry. Hij vond de op papier sterkste speler van De Combinatie tegenover zich. De partij ontwikkelde zich volgens het bekende Harry-stramien. In een verder dichtgeschoven stellen waren er twee open lijnen, die beurtelings door beide kanten werden gecontroleerd. Harry vond het allemaal prima, waar tegenstander Clevers bleef proberen om voortgang te boeken, totdat hij na ruim zes uur spelen de vijandelijke dame toeliet in zijn stelling. Hare Majesteit stond weliswaar pat, maar belemmerde de zwarte stukken dermate dat zetherhaling de enige optie was. Zo verlieten we zwaar vermoeid doch opgetogen de speelzaal voor een lange reis terug naar het noorden.

(Kees Nieuwelink)

 De Combinatie 12038HWP Sas van Gent 219862-6
1Michel Kerkhof1946William Boudry2104½ – ½
2Jos Swinkels1914Kees Nieuwelink21760 – 1
3Raimund van Alphen1925Arne Nemegeer20580 – 1
4Rob Aarts2188Marc Lacrosse2159½ – ½
5Egbert Clevers2250Harry Provoost2081½ – ½
6Maurice Swinkels2188Kurt van Coppenolle21060 – 1
7Gerard van den Berg1992Gilber Ongena1532½ – ½
8Henri van den Bersselaar1904Lander van Coppenolle16720 – 1