Op zaterdag 16 maart de 7e ronde in KNSB 3F: een thuiswedstrijd van HWP 3 tegen Overschie. We misten weer enkele vaste krachten, maar de invallers (Frederick en Jim) leverden prima werk. We hadden gemiddeld zo’n 40 Elo minder, en onze tegenstanders waren dus licht favoriet. Dat bleek toen Rudi Pauwels verloor, gevolgd door Samuel Verbruggen (toen ik keek had hij een stuk minder zonder voldoende compensatie). Gelukkig deed Andre Galle wat terug, gevolgd door Frederick die de sterkste speler van Overschie – Eric Brandenburg – met zwart op remise hield. Dat was dus 1.5 – 2.5. Daarna won Jim een toren eindspel en speelde Rudy van de Wynkele remise. Na afloop dacht Rudy toch een goede kans gemist te hebben. 3 – 3 dus. Ik had zelf de opening verknoeid en stond als gevolg daarvan de hele partij slecht tot verloren. Maar mijn tegenstander Feelders deed het iets te rustig en hoewel het me veel tijd gekost had genoot ik van de voordelen van het Fischer-tempo: spelen op increment. Tenslotte kreeg ik zelfs de kans de dame te winnen tegen toren plus paard, maar in die betere stand besloot ik het remise aanbod te accepteren. Bleef over Etienne. Als zijn tegenstander Looijmans in het pionnen eindspel de juiste zet gespeeld zou hebben had Etienne meteen opgegeven. Maar er volgde een overgang naar een dame eindspel met allebei nog een pion. Toen onze man zijn pion verloor vreesden we nog even, maar gelukkig kon zwart niet profiteren en zo was de 4 – 4 een feit. We zijn nu (bijna) veilig.
HWP 3 | Overschie | 4 – 4 | |||
1 | Frederick Verduyn | 2125 | Eric Brandenburg | 2146 | ½-½ |
2 | Samuel Verbruggen | 2027 | Robert Fokkink | 2103 | 0-1 |
3 | Gert van Rij | 1938 | Cor Feelders | 2033 | ½-½ |
4 | Etienne van Leeuwen | 1996 | Karel Looijmans | 2024 | ½-½ |
5 | Andre Galle | 1917 | Marcel Terluin | 1896 | 1-0 |
6 | Jim van de Vreede | 1958 | Albert Segers | 1980 | 1-0 |
7 | Rudi Pauwels | 1743 | Maurits de Jong | 1949 | 0-1 |
8 | Rudy van de Wynkele | 1936 | Rob Hopman | 1861 | ½-½ |