Na de vervelende nederlaag tegen HWP Haarlem was het zaak nieuw puntenverlies te voorkomen. De Toren Arnhem bleek een prettig slachtoffer. Het team heeft een sterke top, maar de staart is vaak kwetsbaar. Dat was ook nu het geval. Kees en Hans vochten een strijd uit wie het eerst een punt zou scoren. Kees verdiende deze te winnen, maar zijn tegenstander kon maar geen genoeg krijgen van de partij, ondanks forse materiele achterstand. Hans werd afgetroefd door Tom, die uit het niets(?) een gewonnen stelling bereikte. Omdat deze drie overwinningen voorafgegaan werden door een remise van Simon (3x dezelfde stelling), stonden we redelijk vroeg in de middag met ½-3½ voor. Attila zorgde voor het volgende punt, waarna de Arnhemmers tegen scoorden: Helmut deed een toren in de aanbieding. Vervolgens slaagden Rein en Paul er in hun zeer voordelige stellingen in winst om te zetten. In de resterende partijen, van Zoltan en Glen, leken halfjes het hoogst haalbare. Beiden vochten als leeuwen en slaagden er inderdaad in de remises binnen te slepen: 2½-7½. Volgende afspraak: op 10 maart tegen medekoploper De Stukkenjagers.

  De Toren Arnhem 1   HWP 1   2½-7½
1 W. Hendriks 2394 A. Czebe 2461 0-1
2 R. Janssen 2495 Z. Varga 2447 ½-½
3 S. Beumer 2146 P. Motwani 2449 0-1
4 E. Goudriaan 2337 G. de Schampheleire 2349 ½-½
5 N. Lentjes 2306 H. Cardon 2397 1-0
6 D. Wedda 2113 R. Verstraeten 2298 0-1
7 B. von Meijenfeldt 2245 T. Piceu 2347 0-1
8 J. van Onzen 2102 S. Provoost 2209 ½-½
9 J. Laan 1875 H. Groffen 2109 0-1
10 G. van Hoorn 2026 K. Nieuwelink 2165 0-1