Het tweede team moest vandaag de vis op het droge trekken door minimaal 2 bordpunten te scoren. Dan zou het kampioenschap in poule 3F in absolute zin aan ons toebehoren en zouden wij onze natuurlijke plek in de tweede klasse weer in kunnen nemen. Om kort te zijn: we zijn glansrijk voor deze opgave geslaagd, ja scoorden zelfs een halfje meer dan was vereist. In retrospectief is één en ander waarschijnlijk te danken aan het strategische topoverleg tussen de teamleider en de voorzitter dat plaatsvond aan het begin van de wedstrijd. Beiden hadden een zeer voortijdig remiseaanbod gekregen van hun respectievelijke tegenstanders, ingegeven door de grote ratingachterstand waarmee ze zich geconfronteerd zagen. De twee wijze mannen waren duidelijk in hun analyse: dit was niet het moment om de hoogste persoonlijke score ooit in de KNSB te behalen (8,5 uit 9 in het geval van Nieuwelink) of het geschonden ratingblazoen (Van der Zalm) op te poetsen. Nee, hier moesten verleidingen worden weerstaan en dienden het team- en clubbelang boven alles te prevaleren.
De effecten van deze wijze besluiten tekenden zich al snel af aan de horizon van de zaterdagmiddag in de bedompte, van ieder daglicht gespeende foyer van de Speye, waar deze middag geen gewone sterveling zonder hoofdpijn uit kon vertrekken. Het belangrijkste effect was dat Johan de Zwart zou gaan winnen. Hij was met groot voordeel uit de opening gekomen, zou er gezien zijn reputatie nog wel even over doen, maar zou zijn tegenstander ook geheel kansloos laten. En zo geschiedde. Het was hem van harte gegund na zijn Ajax-achtige ondergang in de vorige ronde.
Daarmee ontstond er ruimte voor eerst Adri, daarna Herman en tenslotte Harry om hun prima stellingen in één zet weg te geven. Tussendoor had ook Etienne de vlag gestreken na een matige opening, heldhaftig verweer met een kwaliteit minder en aansluitend toch een besluit waarmee er snel een einde aan werd gemaakt. Johan Goormachtigh was als laatste klaar. Hij was ook slecht uit de opening gekomen, maar maakte moeiteloos gelijk om daarna een uitgebreide poging te doen in het verre eindspel alsnog een vol punt te scoren. Zijn tegenstander gaf echter geen krimp.
Zo eindigde een wisselvallig maar succesvol seizoen voor het tweede team op gepaste wijze. En met het behoud (en een prachtige slotoverwinning) van het eerste in het Walhalla van de Meesterklasse en van het derde (dat vandaag helaas sterk verzwakt tegen een grote nederlaag aanliep en daardoor niet op het podium eindigde) en niettegenstaande de degradatie van de vierde ploeg, mag HWP alweer terugkijken op een fantastische sportieve prestatie. Hartelijk dank aan allen die hieraan in het seizoen 2018-2019 een bijdrage hebben geleverd. We zien elkaar weer in september.
|
HWP II |
|
Overschie I |
|
2,5-5,5 |
1 |
J. Goormachtigh |
2153 |
M. de Jong |
1949 |
½-½ |
2 |
H. Provoost |
2043 |
A. Segers |
1980 |
0-1 |
3 |
K. Nieuwelink |
2194 |
C. Feelders |
2033 |
½-½ |
4 |
J. de Zwart |
1993 |
H. Krop |
1972 |
1-0 |
5 |
H. van de Wynkele |
2024 |
E. Brandenburg |
2146 |
0-1 |
6 |
M. van der Zalm |
2068 |
M. Terluijn |
1896 |
½-½ |
7 |
A. den Hamer |
1715 |
K Looijmans |
2024 |
0-1 |
8 |
E. van Leeuwen |
1996 |
R. Fokkink |
2103 |
0-1 |
Vooraf was het nog spannend of wij, tegen een sterke Goes, een representatieve team zouden kunnen opstellen. Uiteindelijk is het Manuel gelukt om vier spelers, waaronder ondergetekende, te vinden die op een zwoele Goede Vrijdag wilden spelen.
Aangezien Manuel de avond alles had klaargezet was er geen belemmering op de tijd te beginnen. Alleen waren ik en Gunter de enige die om acht uur aanwezig waren. Uiteindelijk kwam om kwart over acht de team van Goes aansjokken. Een paar minuten laten kwamen Adrian en Nele aangerend. Een klassiek verhaal van een brug die open stond.
Voor wat betreft de wedstrijd heb ik zelf zoals gebruikelijk weinig van gezien. Had wel het idee dat Adrian op bord 1 met zwart het initiatief had in zijn wedstrijd tegen Joey Grochal. Toen ik nog een keer keek had hij al gewonnen. Verder leek mij dat Gunter duidelijk beter stond terwijl Nele misschien een wat mindere stelling had maar die verdedigbaar leek. Zelf belandde ik na een leuke partij, met wisselende kansen in een passieve stelling waarin ik ondanks een pion voorsprong moest opletten. Toen mijn tegenstander afwikkelde naar een eindspel met ongelijke lopers en remise voorstelde greep ik meteen toe. Dat hij vervolgens een mopperende Grochal over zich heen kreeg van hoe hij dat had kunnen voorstellen kon ik hier verder niets aan doen.
Bij Nele was er ondertussen een klassiek eindspel op bord gekomen met één zwakte. Zij toonde keurig aan hoe je zo´n stelling moet verdedigen. En Gunter behaalde een overduidelijke plusremise tegen Jos van der Knaap waardoor de overwinning werd veilig gesteld.
Op naar de finale.
|
HWP |
|
Goes I |
|
|
1 |
Adrian Roos |
2311 |
Joey Grochal |
2317 |
1-0 |
2 |
Gunter Deleyn |
2179 |
Jos van der Knaap |
2190 |
½-½ |
3 |
Nele Vanhuyse |
2071 |
Sven Stange |
2134 |
½-½ |
4 |
Johan de Zwart |
1993 |
Rinus Burgerhoff |
1890 |
½-½ |
Na een wat magere generale repetitie in de zevende ronde, waarin Middelburg niet met de verwachte grote cijfers was verslagen (waarvan op deze plaats geen gewag is gemaakt), gingen de mannen en vrouw van het tweede in de wedstrijd tegen medekoploper Sliedrecht vol voor de winst en haalden deze ook overtuigend binnen, mede dankzij een vernuftige opstelling, uitgebroed door het meesterbrein van de teamleider. Harry Provoost deed aan het eerste bord van zich spreken door Robert van Rekom kansloos te laten en was naderhand begrijpelijkerwijs verbolgen over het feit dat de wedstrijdleider de naam van Simon Provoost had ingevoerd op de KNSB-site. We weten dat Simon veel kan, maar zichzelf in tweeën splitsen behoort niet tot zijn arsenaal. Uiteraard komt het punt op naam van Harry. Op het moment dat Harry de felicitaties van zijn tegenstander in ontvangst nam, stonden we al met 3-0 voor. Herman speelde een prachtpartij, die als standaard zou kunnen gelden voor de manier waarop je zwart kunt afstraffen als hij met de dame een giftig pionnetje op b2 neemt in het Frans. Zelf speelde ik een aardige laveerpartij tegen de Magnus Carlsen van Sliedrecht, waarin lange tijd niets aan de hand was, totdat mijn lopers de kans kregen zich te roeren. Dan kan het snel gaan. En Chris Ghijsels won met een lange aaneenschakeling van piepkleine zetjes een Engelse partij, waar ik niets van begreep. Te subtiel. En kort na Harry deed Gunter zijn tegenstander in het zand bijten na fraai tactisch vuurwerk. Dat was 5-0 voor ons. Dat de beide laatkomers Marnix en Johan nog verloren en Nele remise speelde, maakte slechts voor de statistieken en de personen zelf iets uit. Het feit dat Johan een nul achter zijn naam zag verschijnen, was overigens wel opmerkelijk, aangezien hij na de eerste tijdcontrole gewonnen stond. Maar vermoeid, zeer vermoeid.
In de laatste ronde hebben we aan 2 bordpunten genoeg voor het kampioenschap. Moet lukken.
|
Sliedrecht |
|
HWP 2 |
|
2,5-5,5 |
1 |
Robert van Rekom |
2048 |
Harry Provoost |
2043 |
0-1 |
2 |
Niels Mijnster |
2070 |
Marnix van der Zalm |
2068 |
1-0 |
3 |
William Gijsen |
1998 |
Gunter Deleyn |
2179 |
0-1 |
4 |
Jorik Klein |
1836 |
Nele Vanhuyse |
2071 |
½-½ |
5 |
Arjan van der Leij |
2042 |
Herman van de Wynkele |
2024 |
0-1 |
6 |
Floris Verweij |
1940 |
Kees Nieuwelink |
2194 |
0-1 |
7 |
Teunis den Rooijen |
1954 |
Chris Ghysels |
2041 |
0-1 |
8 |
Wim Pool |
1934 |
Johan de Zwart |
1993 |
1-0 |
D4 stond 9e en ik had een wedstrijd verwacht waarin ze alles op alles zouden zetten om punten te halen tegen ons. Maar zo ging het niet. Het begon er al mee dat Marc Lacrosse na zo’n 10 zetten remise aangeboden kreeg. "Te vroeg" vonden we dus doorspelen. Het eerste resultaat was toch een halfje, toen Andre Galle de tegenstander met de hoogste rating met wit afstopte. Vervolgens won Marc Lacrosse zijn zwartpartij met technische middelen. Daarna een remise van Jim van de Vreede. Tegen Robbert van Vossen, dezelfde tegenstander waar hij in december met HWP 2 nog van gewonnen had. Toen had Jim wit en speelde aan bord 8, nu zwart aan bord 4. Ik kreeg zelf Engels tegen wat overliep naar de ruilvariant van het Slavisch. Toen mijn tegenstander teveel risico nam verspeelde hij een pion en kregen mijn 2 lopers ruimte tegen zijn paardenpaar. Een aanval op de koningsstelling was genoeg voor het punt. Zo stonden we op 1 – 3 en de vooruitzichten waren goed. Etienne won een mooie aanvalspartij, daarmee hadden we minstens een gelijkspel en konden niet meer degraderen. Vervolgens was Rudi Pauwels erg royaal voor zijn tegenstander door in een stelling met Dame + 3 pionnen tegen Toren + Paard + 1 pion een remise aanbod te accepteren. De twee resterende eindspelen stonden moeilijk voor ons. Maar Samuel Verbruggen kon profiteren van een paar missers van Goverde toen zijn vrije a-pion plotseling door kon lopen. En Eric had zijn slechte positie om weten te zetten naar een remise stand. Zijn tegenstander bleef zoeken naar de winst die er niet meer was, liet zijn vlag vallen en zei toen: "maar ik heb toch nog een half uur!?" Onbegrijpelijk. Zo liep de score nog onverwacht hoog op. D4 is nu de degradatie kandidaat, ze moeten nog tegen Bergen op Zoom maar ik zou er mijn geld niet op zetten.
|
D4 |
|
HWP 3 |
|
1.5-6.5 |
1 |
Pierre Jaspers |
1953 |
Eric van de Wynkele |
2034 |
0-1 |
2 |
Joost Sips |
1963 |
Marc Lacrosse |
2191 |
0-1 |
3 |
Maykel Smits |
2030 |
Andre Galle |
1917 |
½-½ |
4 |
Robbert van Vossen |
1998 |
Jim van de Vreede |
1958 |
½-½ |
5 |
Carlo Bloem |
2058 |
Etienne van Leeuwen |
1996 |
0-1 |
6 |
Lucas den Boer |
1892 |
Gert van Rij |
1938 |
0-1 |
7 |
Wouter Jans |
1864 |
Rudi Pauwels |
1743 |
½-½ |
8 |
Ruud Goverde |
1855 |
Samuel Verbruggen |
2027 |
0-1 |