Een gehavend Goes kwam op met maar 7 spelers (Corona redenen). Ook Goes 2 speelde thuis (een klasse lager) en ik had verwacht dat ze wel een speler door zouden schuiven maar dat gebeurde niet. Later bleek waarom, Goes 2 speelde met maar 5 man!
Manuel Colsen haalde zo het eerste (reglementaire) punt voor ons binnen. Al vrij snel herhaalde mijn tegenstander Sven Stange de zetten. Ik had daar geen bezwaar tegen en zo kwamen we op 1.5 – 0.5. Het werd nog beter toen Wonder Dutré een mooi torenoffer bracht op f7. Na aannemen zou een 2e torenoffer nu op h7 volgen, met als resultaat een snel mat. Maar weigeren was ook geen optie, dus gaf zwart op.
Eric van de Wynkele had zijn redelijke stand steeds verder in een passieve zien veranderen. Toen hij een vergiftigde pion pakte won wit de dame en de partij, 2.5 – 1.5. Toen verloor Marnix van der Zalm, in een iets mindere stelling speelde hij een aktieve zet die zijn stelling grondig bedierf. En Johan de Zwart die erg aanvallend begonnen was kwam in een lastige kruispenning terecht. Hij kwam er nog uit met een pion minder, maar Johan had 4 tegen 3 pionnen op de damevleugel en Maxim le Clercq had 2 verbonden vrijpionnen op de koningsvleugel en schoof de partij soepel uit. Rudy van de Wynkele miste waarschijnlijk een goede kans door te vroeg de dames te ruilen, het resterende eindspel leek beter maar verzandde in remise. 4 – 3 voor Goes. Frans Snijders had nog spel, maar toen hij blunderde door een familieschaak mogelijk te maken deed zijn tegenstander lachend een aanbod dat je niet meer af kon slaan; remise.
Goes 1 (2018) | HWP 3 (1894) | 4.5 – 3.5 | |||
1 | Ricardo Klepke | 2292 | Marnix van der Zalm | 2040 | 1-0 |
2 | Jos van der Kaap | 2181 | Eric van de Wynkele | 2058 | 1-0 |
3 | NO | Manuel Colsen | 1578 | 0-1 | |
4 | Maxim le Clercq | 2041 | Johan de Zwart | 1966 | 1-0 |
5 | Sven Stange | 2161 | Gert van Rij | 1913 | ½-½ |
6 | Rinus Burgerhoff | 1905 | Frans Snijders | 1888 | ½-½ |
7 | Niels de Feijters | 1802 | Wonder Dutré | 1810 | 0-1 |
8 | David de Feijter | 1743 | Rudy van de Wynkele | 1901 | ½-½ |