Met afgrijzen denk ik terug aan die middag in Oost-Souburg. Ik had net een remiseaanbod gekregen, dat ik aanvankelijk direct wilde afslaan. We hadden tenslotte pas een zet of twintig gedaan, en mijn tegenstander had maar drie minuten meer, en ik vijftig. Het stond gelijk, maar tijd speelt ook een rol. Maar als teamleider moet je het belang van de ploeg in het oog houden. Dat heb ik veertig minuten gedaan, tot we met 1,5-0,5 voorstonden. Toen vond ik het welletjes, ook omdat verder spelen op dat moment zinloos leek. Snijders had net groot voordeel bereikt, Harry had een gewonnen eindspel vergooid, maar kon nooit meer verliezen, Nele hield remise en Johan ging winnen. Het werd minimaal 4,5-3,5 voor ons. Ik ging even naar buiten om te kijken of ik berichtjes op mijn telefoon had ontvangen. Ja, een heleboel. Terug binnen werd ik geconfronteerd met gruwel. The horror, the horror.
Souburg I | HWP 2 | 4,5-3,5 | |||
1 | René Tiggelman | 2164 | Nele Vanhuyse | 1-0 | |
2 | Jeroen Hekhuis | Gunter Deleyn | 0-1 | ||
3 | Henrik Westerweele | Harry Provoost | ½-½ | ||
4 | Robin Bosters | Kees Nieuwelink | ½-½ | ||
5 | Rogier van Gemert | Johan de Zwart | 0-1 | ||
6 | Roeland Alders | Herman van de Wynkele | ½-½ | ||
7 | Corné Boogaard | Frans Snijders | 1-0 | ||
8 | Bert Henderikse | Marnix vd Zalm | ½-½ |