Onder leiding van plaatsvervangend captain Gilbert heeft ons viertal de volgende bekerronde bereikt. Het was geen geringe opgave nog afgezien van de verre reis naar en van Zierikzee. Kees nam met wit het initiatief in een klassieke Grunfeld-Indische opening, maar moest in het eindspel constateren dat zijn vrijgevochten d-pion niet voldoende bleek voor de winst. William, ook met wit, trok als vanouds agressief van leer, maar verloor een stuk en moest later opgeven. Martin verdedigde zich met een wat passieve versie van de Caro-Kann, maar kon rond de twintigste zet het initiatief grijpen en daarna afwikkelen naar een dik gewonnen eindspel met twee riante vrijpionnen. Gilbert speelde de Owen-verdediging (1…b6) en hield de zaak rustig in evenwicht. Bij een resultaat van 2-2 moeten met verwisselde kleuren blitz-partijen, van 3 min. + 5 seconden per zet, worden gespeeld. (Gelukkig was iedereen nog aanwezig – het was al na half elf). Kees verloor en Martin won. In de laatste spannende minuten stonden William en Gilbert minder, maar in snelschaak kan veel gebeuren. Hun beide tegenstanders gaven, sterk onder druk, zowaar een toren weg en terwijl William niettemin moest capituleren voor twee op promotie beluste pionnen, profiteerde Gilbert genadeloos van de verwarring bij zijn tegenstander, met wederom een onbeslist eindresultaat. Dit bleek dan vervolgens te worden bepaald door van de reguliere partijen telkens het laatste bord af te laten vallen tot er een beslissing is. De remise van Gilbert en de ‘vervallen’ nederlaag van William zorgden voor onze uiteindelijke winst middels de eerste twee borden (0,5-1,5). Toch wel een beetje tot ons aller verrassing werd ons intensieve bijna-nachtwerk door Caissa op het allerlaatste nippertje beloond, met nog speciale dank aan Gilbert die aardig wat kilometers voor ons maakte.
|
Zierikzee |
|
HWP |
|
2-2 |
1 |
Hans Aangeenbrug (zwart) |
1977 |
Kees de Wolf (wit) |
1905 |
½-½ |
2 |
Sjaak Spiegels (wit) |
1800 |
Martin Stam (zwart) |
1555 |
0-1 |
3 |
Kees van den Nieuwendijk (zwart) |
1752 |
William Baeten (wit) |
1472 |
1-0 |
4 |
Ben Snethorst (wit) |
1551 |
Gilbert Ongena (zwart) |
1427 |
½-½ |
Dat we het tegen dit team lastig gingen krijgen stond al op voorhand vast. Joris kam slecht uit de opening tegen Van de Berg. Hij probeerde nog een aanval tegen de gederocheerde witte koning maar de aanval was gemakkelijk te pareren. Marc stond steeds iets beter tegen Clijsen, maar ook niet meer dan dat. Etienne stond vlug in een vorloren eindspel en kon het niet houden. Erik kwam in een gelijke stelling maar verloor in het verre eindspel. André verprutste een remise toreneindspel tegen Konings. Rudy kwam in een laveerstelling terecht vanuit het Frans tegen Huibers maar verloor helaas ook. Jim miste een duidelijke remise en zag daarna zijn stelling bergaf gaan tegen Daamen. Manuel had zeker zijn kansen, maar de routine van Blom gaf de doorslag.
We zijn door de zure appel heen. De andere wedstijden zijn haalbare kaarten.
|
HWP 3 |
|
Stukkenjagers 2 |
|
0,5-7,5 |
1 |
Deberdt |
|
Van Den Berg |
|
0-1 |
2 |
Lacrosse |
|
Clijsen |
|
½-½ |
3 |
Etienne van Leeuwen |
|
De Moor |
|
0-1 |
4 |
Eric Vandewynkele |
|
Bhattachanjee |
|
0-1 |
5 |
Galle |
|
Konings |
|
0-1 |
6 |
Rudi Vandewynkele |
|
Huibers |
|
0-1 |
7 |
J. Van De Vreede |
|
Daamen |
|
0-1 |
8 |
Manuel Colsen |
|
Blom |
|
0-1 |
In deze wedstrijd moest het gebeuren: de hatelijke nul wegpoetsen tegen het tweede team van De Pion. Doordat Hans Groffen donderdagavond in het ziekenhuis moest worden opgenomen (hij is gelukkig aan de beterende hand), en er dus nog een speler van het vierde moest doorschuiven, moesten we te elfder ure op zoek naar een vervanger en die vonden we in Martin Stam. Martin speelde de opening met wit niet heel handig, weerde zich flink, maar moest uiteindelijk toch buigen. De opening ging een stuk beter bij Cees de Wolf en Rudy Pauwels en beiden kwamen tot een plusremise. Met name Rudy had flink voordeel in de slotstand.
Voordeel tekende zich ook al snel af bij Gert, die zijn tegenstander vanuit de opening in een wurggreep nam en hard van het bord wist te zetten. Zijn buurman Adri leek een passieve maar solide stelling te hebben opgebouwd met de zwarte stukken tegen de sterke Benny Onrust. Hij was dan ook vol goede moed, maar even later was hij plots een pion en zijn stelling kwijt, waarna hem slechts heftig tegenspartelen restte.
Philip de Vroe vloog de andere 2000-er van De Pion (Paul Kuijpers) vanuit de opening naar de strot, maar deed dat vanuit een onderontwikkelde stelling, hetgeen hij moest bekopen met een droge nul. Meer vertrouwen had ik de hele middag in de stelling, het kunnen en het surplus (zo’n 200) aan Elopunten van Johan de Zwart, maar die wist mij te vertellen dat hij zich danig vergist had en daardoor blij mocht zijn dat hij kon vluchten in eeuwig schaak.
Rest nog mijn eigen partij, die boeiend en wisselvallig was en kort na de opening eigenlijk in mijn voordeel beslist had moeten zijn. Helaas koos ik een paar keer voor onterechte vereenvoudigingen, waardoor ik weliswaar een pion won maar ook een deel van het voordeel verspeelde. Toen mijn tegenstander ten onrechte niet afwikkelde naar een toreneindspel waarin ik nog heel hard had moeten werken, kon ik zijn koning het vrije veld injagen met torenwinst tot gevolg.
Zo prijkte er aan het eind van de middag een nipte 3,5-4,5 nederlaag op het scorebord en daarmee hebben we onszelf tekort gedaan.
|
HWP 4 |
|
De Pion 2 |
|
3,5-4,5 |
1 |
M. v.d. Zalm |
|
J. Kok |
|
1-0 |
2 |
G. van Rij |
|
N. H. Cheng |
|
1-0 |
3 |
A. den Hamer |
|
B. Onrust |
|
0-1 |
4 |
J. de Zwart |
|
F. Lambrechts |
|
½-½ |
5 |
C. de Wolf |
|
E. van Loon |
|
½-½ |
6 |
P. de Vroe |
|
Pa. Kuijpers |
|
0-1 |
7 |
R. Pauwels |
|
T. van Eck |
|
½-½ |
8 |
M. Stam |
|
R. van den Broek |
|
0-1 |
Op donderdagavond 23 februari vertrokken we in stormachtig weer naar de overkant. De griep had nogal huisgehouden onder de HWP-ers maar er kwam toch een kompleet viertal naar Souburg. De wedstrijd begon goed, Philip de Vroe speelde een variant van het Schots die zijn tegenstander al snel te machtig werd en zo kwamen we op 1 – 0. Ik had zelf echter in de opening een slordigheid begaan tegen Max Toetenel die een pion kostte. De rest van de partij bestond eruit te proberen genoeg spel te krijgen om dat nadeel te compenseren. Dat was nog bijna gelukt toen zwart op de 30e zet in de fout ging. Even verder waren er zelfs 2 zetten die gelijk spel opleverden, maar ik koos een 3e mogelijkheid. Beide partijen dreigden mat te geven maar met de vlag op vallen kwam zwart net iets eerder. Zo stond het weer gelijk.
Intussen had Manuel Colsen zijn goede stelling met 1 slechte zet weten om te toveren tot een slechte, en zijn tegenstander wikkelde het toreneindspel snel af naar winst.
Herman van de Wynkele had een paard + 2 pionnen tegen een toren, maar wist niet meer welk tempo er gespeeld werd. Hij bood daarom remise aan en Souburg vond het allang best, zo wonnen ze met 2 1/2 – 1 1/2. Achteraf bleek de klok bij Herman gewoon op 1 uur k.o te staan zonder de extra 30 seconden per zet. Maar toen was de uitslag al definitief.
|
Souburg B |
|
HWP A |
|
2.5 – 1.5 |
1 |
Max Toetenel |
1795 |
Gert van Rij |
1938 |
1-0 |
2 |
Eric van Driel |
1738 |
Herman van de Wynkele |
1936 |
½-½ |
3 |
Albert Vermue |
1726 |
Philip de Vroe |
1880 |
0-1 |
4 |
Willem Coppoolse |
1697 |
Manuel Colsen |
1548 |
1-0 |