Op donderdagavond 23 februari vertrokken we in stormachtig weer naar de overkant. De griep had nogal huisgehouden onder de HWP-ers maar er kwam toch een kompleet viertal naar Souburg. De wedstrijd begon goed, Philip de Vroe speelde een variant van het Schots die zijn tegenstander al snel te machtig werd en zo kwamen we op 1 – 0. Ik had zelf echter in de opening een slordigheid begaan tegen Max Toetenel die een pion kostte. De rest van de partij bestond eruit te proberen genoeg spel te krijgen om dat nadeel te compenseren. Dat was nog bijna gelukt toen zwart op de 30e zet in de fout ging. Even verder waren er zelfs 2 zetten die gelijk spel opleverden, maar ik koos een 3e mogelijkheid. Beide partijen dreigden mat te geven maar met de vlag op vallen kwam zwart net iets eerder. Zo stond het weer gelijk.
Intussen had Manuel Colsen zijn goede stelling met 1 slechte zet weten om te toveren tot een slechte, en zijn tegenstander wikkelde het toreneindspel snel af naar winst.
Herman van de Wynkele had een paard + 2 pionnen tegen een toren, maar wist niet meer welk tempo er gespeeld werd. Hij bood daarom remise aan en Souburg vond het allang best, zo wonnen ze met 2 1/2 – 1 1/2. Achteraf bleek de klok bij Herman gewoon op 1 uur k.o te staan zonder de extra 30 seconden per zet. Maar toen was de uitslag al definitief.
Souburg B | HWP A | 2.5 – 1.5 | |||
1 | Max Toetenel | 1795 | Gert van Rij | 1938 | 1-0 |
2 | Eric van Driel | 1738 | Herman van de Wynkele | 1936 | ½-½ |
3 | Albert Vermue | 1726 | Philip de Vroe | 1880 | 0-1 |
4 | Willem Coppoolse | 1697 | Manuel Colsen | 1548 | 1-0 |