HWP 2 – HWP 3: jonkies maken gehakt van oudjes
HWP Sas van Gent 2 | Rating | HWP Sas van Gent 3 | Rating | Ronde 9 |
---|---|---|---|---|
Dreelinck, J. (Jacob) | 2202 | Coppenolle van, K. (Kurt) | 2070 | 1 – 0 |
Houtte van, R. (Randy) | 2117 | Wynkele van de, E. (Erik) | 2010 | 1 – 0 |
Boudry, W. (William) | 2091 | Wynkele van de, R. (Rudy) | 1940 | 1 – 0 |
Nemegeer, A. (Arne) | 2014 | Zwart de, J. (Johan) | 1889 | 1 – 0 |
Vantorre, N. (Nils) | 1929 | Coppenolle Van, L. (Lander) | 1848 | 0 – 1 |
Dutré, W. (Wonder) | 1914 | Rij van, G.K. (Gert) | 1786 | 1 – 0 |
Provoost, H. (Harry) | 2071 | Ongena, G. (Gilbert) | 1563 | 1 – 0 |
Dhooge, S. (Servaas) | 1691 | Colsen, M.M.M. (Manuel) | 1552 | 1 – 0 |
Gemiddelde Rating: | 2004 | Gemiddelde Rating: | 1832 | 7-1 |
Op zaterdag 13 januari 2024 is de wedstrijd HWP 2 – HWP 3 uit de negende ronde in klasse 3 F vooruit gespeeld.
De wedstrijd was te volgen via onderstaande link:
https://view.livechesscloud.com#e51dce59-4f74-4083-b00c-c04c3edaf738
Met een voordeel van gemiddeld zo’n 170 elopunten en – 35 jaar, is een jeugdig HWP 2 – geschraagd door de onverwoestbare Harry Provoost – over het derde team heen gewalst. Aanvankelijk leek zich nog een interessante wedstrijd te ontspinnen, maar naarmate de tijd vorderde en de jaren meer en meer gingen tellen, werd duidelijk dat er voor de oude getrouwen weinig eer te behalen zou zijn. De eerste tekenen van naderend onheil waren te zien op de borden van de gebroeders van de Wynkele, die allebei slecht uit de opening waren gekomen. Dat lag misschien aan het feit dat er te elfder ure een bericht binnenkwam van een teamleider-op-leeftijd en – afstand, met de instructie dat Rudy en Erik van bord en kleur moesten wisselen ten opzichte van de oorspronkelijke opstelling. Redenen daarvoor werden niet gegeven en de heren weigerden dan ook vriendelijk doch beslist. Wellicht heeft deze consternatie ieder voordeel van de familiale kleurverdeling teniet gedaan. Rudy wist zijn lijden lang en maximaal uit te nutten tegen een gedecideerde William Boudry, die de stukken goed bleef neerzetten en op uitgekiende wijze bij iedere afruil zijn voordeel wist te vergroten. Misschien dat Rudy in de toekomst een keer de rokade kan uitproberen, die heeft soms voordelen ten opzichte van al dat gewandel met de koning. Erik kwam overigens ook nooit aan rokeren toe en kon als eerste de stukken in het doosje doen na een vernietigende infiltratie van een dame en paard, gehanteerd door topscorer Randy van Houtte (inmiddels 4 uit 4). Zwart speelde één zet te laat a6 om het paard op b5 te verjagen en werd daarna prachtig opgebracht.
Daarna was het de beurt aan Harry (de gelegenheidscaptain) om een punt bij te schrijven. Hij maakte al vroeg een pionnetje buit tegen Gilbert Ongena en buitte daarna een open e-lijn zo goed uit dat het hem een stuk opleverde. Ook Harry scoort er dit seizoen lustig op los met 4,5 uit 5.
Rond vijf uur begon zich dan een grote overwinning af te tekenen voor HWP 2. Gert van Rij leek zich lange tijd aardig te redden met zwart in een strategische manoeuvreerpartij, maar toen hij met zijn dame wat dieper in de vijandelijke linies kroop, werd hij het slachtoffer van een paar venijnige paardzetten en dito -vork, zodat hij een kwaliteit moest inboeten. Aanvullend stukverlies in extreme tijdnood deed hem vervolgens de vlag strijken. Dat strijken van de vlag werd in het aangrenzende, dramatische duel tussen Lander van Coppenolle en Nils Vantorre uitgevoerd door de DGT 3000. Nils dacht dat hij de veertig (zetten, niet leeftijd) had gehaald, maar bleek ergens een zet twee keer te hebben genoteerd. Zo kwam er een onverwacht einde aan een partij die hij anders ongetwijfeld had gewonnen, hoewel hij in de opening een harde tik op zijn neus had gekregen door een goed getimed e5 tegen zijn Modern Defence. Lander moet toen zo goed als gewonnen hebben gestaan, maar raakte de draad kwijt door eerst een paard te deplaceren en vervolgens na de venijnige verdediging Ld5! een stuk te geven tegen twee pionnen, in plaats van een remise-achtig toreneindspel in te gaan. Zo won ook hier de jongere (Lander is 14) van de oudere (Nils is 15) en bleef HWP 3 een beschamende 8-0 nederlaag bespaard. Want Manuel Colsen werd vervolgens op een keurige en opmerkelijk volwassen manier van het bord gezet door Servaas Dhooge (hij wordt vandaag al dertien jaar oud, proficiat!) in een Caro-Kann met tegenovergestelde rokades. De manier waarop Servaas de koningsaanval uitvoert is instructief. En Johan de Zwart speelde weliswaar een uitstekende partij met een theoretisch pionoffer tegen Arne Nemegeer, won die pion terug, offerde er opnieuw (en onnodig volgens eigen zeggen) eentje om eeuwig schaak af te dwingen in een dame-eindspel, maar zag vervolgens door vermoeidheid een schaakje over het hoofd waardoor de dames konden worden geruild, hetgeen een verloren pionneneindspel tot gevolg zou hebben gehad. Complimenten overigens voor de vasthoudendheid waarmee Arne alles uit de stelling bleef persen.
Rest ons nog het titanengevecht aan het eerste bord. Kurt van Coppenolle hanteerde daar de witte stukken en deed dat (ook naar eigen zeggen) te passief. Er ontstond een dichtgeschoven stelling met een open e-lijn, waarin op het eerste gezicht weinig aan de hand was en – gebeurde. Stukken werden zowel door Kurt als zijn sterke opponent Jacob Dreelinck plechtig en schier oeverloos heen en weer geschoven en een argeloze en/of minder getalenteerde toeschouwer (zoals ik) zou verwachten dat op enig moment al even plechtig de handen zouden worden geschud en de vrede getekend. Niets was echter minder waar, want zoals de spelers mij fijntjes na afloop wisten te vertellen, verschilden de witte en zwarte opstelling op één cruciaal punt: de voorpost op de e-lijn was voor de zwarte lichte stukken wel bereikbaar en voor de witten niet. En toen die voorpost eenmaal werd ingenomen, zag wit zich genoodzaakt een kwaliteit te geven. Die kreeg hij weliswaar ook vlot weer terug, maar toen werd duidelijk dat de zwarte monarch en resterende loper veel sterker waren dan de koning en het paard van wit.
Deze uitslag betekent dat het tweede team uitzicht houdt op het kampioenschap en dat het lot van het derde team aan een zijden draadje hangt. Veel, zo niet alles, gaat afhangen van de wedstrijden in de zesde ronde op 3 februari in Rotterdam, tegen respectievelijk RSR Ivoren Toren en Erasmus.